PREMIUMTessel tindert
Tessel tindert: “‘Maar je bént een oud wijf’, zegt Michiel meedogenloos”
Maaike, de zus van Tessel, moet naar de spoedeisende hulp en dat is best even schrikken.
Maaike staat al op de stoep te wachten als ik haar straat inrijd. Ze ziet bleek en van haar gewoonlijke bravoure is niks meer te bespeuren. Zoals ze daar met haar schouders omhoog en met een angstig gezicht op me staat te wachten lijkt ze opeens oud. Ik word overspoeld door medelijden. Moeizaam stapt ze naast me in de auto. “Ik ben zo verschrikkelijk aan het bloeden, Tes.”
Tien minuten later zijn we in de spoedeisende hulp van het ziekenhuis. Gelukkig duurt het niet lang voordat een verpleegkundige haar meeneemt. Ik blijf achter in de overvolle wachtruimte waar alleen verfomfaaide Libelles en Elseviers liggen. Het lijkt uren te duren voordat ik een appje van haar krijg.
Heb waarschijnlijk een vleesboom! Word nu naar de afdeling gynaecologie gebracht voor verder onderzoek. Ga jij maar naar huis. Dank je Tes. Je bent lief X
De rest van de dag heb ik moeite om me te concentreren op mijn werk. Ik google wat een vleesboom nu precies is en tot mijn opluchting lees ik dat het een goedaardig gezwel is in je baarmoeder, die inderdaad voor hevige bloedingen kan zorgen. Van Maaike komt een appje waarin ze zegt dat ze in het ziekenhuis moet blijven en dat ze morgen wordt geopereerd.
Ik bel Michiel, onze broer, om te vertellen dat Maaike is opgenomen. We besluiten samen bij haar op bezoek te gaan.
En zo komt het dat we ’s avonds ieder aan een kant van haar bed zitten. Ik heb in de gauwigheid wat toiletspullen en een paar T-shirts en onderbroeken in een tas gegooid. Michel heeft een enorm boeket bloemen bij zich die ik in een te kleine vaas prop. Maaike zit vorstelijk in de kussens in een blauw hemdje en heeft praatjes voor tien. Haar zaalgenoten en hun bezoek luisteren ademloos mee zie ik vanuit mijn ooghoeken.
“Ik ben zo opgelucht. Ik dacht aan een vreselijk kwaadaardig gezwel waaraan ik zou doodbloeden. Of dat het de overgang is. Het is een joekel, zegt de dokter, dus hij moet er meteen uit. Door al dat bloedverlies heb ik ook zo’n bloedarmoede en ben ik al maanden zo moe. Ik heb meteen een ijzerinjectie gehad.” Ze trekt een vies gezicht. “Een vleesboom! Dat klinkt vreselijk burgerlijk. Dat is toch iets voor oude wijven?”
“Maar je bént een oud wijf”, zegt Michiel meedogenloos. “Een stom oud wijf dat haar lichaam verwaarloost en pas aan de bel trekt als ze bijna is doodgebloed.”
Maaike kijkt deemoedig. “Ik zal je voortaan bij de allereerste druppel uit je bed bellen broer.”
Na een uurtje omhelzen we onze zus, en ik knik gedag naar de niet onaantrekkelijke man tegenover haar die Maaike al die tijd met geïnteresseerde ogen heeft gadegeslagen.
“Dat wordt een romance”, voorspel ik Michiel als we naar de uitgang lopen. “Echt iets voor Maaike om een nieuwe verloofde in het ziekenhuis op te duikelen.”
“Maar ze heeft nu toch iets met Mireille?” zegt Michiel. “Of is dat alweer uit?”
O ja, dat Maaike sinds een paar weken een relatie heeft met haar beste vriendin, dat was ik even vergeten. “Dan neemt ze die man er gewoon bij”, besluit ik.
Bij de fietsenstalling zie ik dat ik een berichtje heb van Reinier. Hij vraagt of hij vanavond bij me zal komen slapen. Dat is lief van hem, door de week komt hij liever niet naar mij, want dat staat hij de volgende ochtend vroeg in de file. Maar klaarblijkelijk voelt hij aan dat ik wat steun kan gebruiken na deze turbulente dag.
Een uurtje later staat hij in de gang met zijn tandenborstel in zijn borstzak. Ik sla mijn armen om hem heen. “Wat fijn dat je er bent.”
Ik heb al de kaarsjes aangestoken en een fles wijn ontkurkt. We nestelen ons genoeglijk op de bank, dicht tegen elkaar aan. Heel even denk ik aan gisterenavond, aan mijn vrijpartij met Robert, hier op dezelfde bank. Dan verjaag ik dat beeld snel uit mijn hoofd.
Ik hef mijn glas. “Proost. Op Maaike.”
“Op ons”, zegt Reinier.