PREMIUM
Dagboek van Willeke: “Ik struikel over mijn woorden en moet toch mijn tekst erbij pakken”
Willekes voorstelling nadert en ondanks ze veel geoefend heeft, vergeet ze plotseling haar tekst wanneer de vriendin van Micha de zaal inloopt.
Vrijdag
Het is de laatste gewone repetitie. Volgende week zullen we nog een generale repetitie hebben, maar het gevoel van het einde hangt al in de lucht. Dat is zo vreemd aan een toneelstuk opvoeren - als de voorstelling nog moet beginnen, is eigenlijk alles al afgelopen. Meneer Heijermans zal over iets meer dan een week niet meer onze regisseur zijn, maar weer gewoon filosofiedocent.
“Het moment van de waarheid,” zegt hij. “Nooit zullen jullie je zo bijzonder voelen als nu. Kies er deze komende week voor om excellent te zijn. Om het aardse te overstijgen. Stel jezelf de vraag: ben ik een sterveling, of ben ik meer dan dat? Ben ik doofstom, of een spreekbuis van de muzen?” Zijn stem trilt. Meneer Heijermans wilde vroeger zelf acteur worden. Hij heeft het er niet vaak over waarom dat is mislukt.
“Goed”, vervolgt hij, “we moeten ons natuurlijk noodgedwongen bezighouden met de beslommeringen van gewone mensen. We moeten ons huiswerk blijven maken”, (ik slik) “en we moeten onze kamers opruimen. Maar aanstaande vrijdag zijn we méér dan mensen. We zijn kunstenaars!”
We juichen lauwwarm. Iedereen is te zenuwachtig om zich nu enthousiast te maken voor het kunstenaarschap. We willen gewoon repeteren.
Als we even later bezig zijn met een grote groepsscène slaat de deur van de gymzaal open. De meisjes van de dansgroep komen giechelend binnen. Ik struikel over mijn woorden en moet midden in een zin die ik al duizend keer heb uitgesproken toch mijn tekst erbij pakken. Noura, aanvoerder van het dansteam en vriendinnetje van Micha, vouwt haar benen lenig onder zich, fluistert haar vriendinnen iets toe en begint luidruchtig in haar tas te graven. Iedereen wacht tot ik mijn tekst weer weet en het duurt allemaal veel te lang.
Elvira kijkt me medelijdend aan. “Zullen we even pauze doen?” zegt ze dan. “Ik moet vet nodig plassen.” Meneer Heijermans zucht, maar we krijgen de pauze. Ik loop naar de kleedkamer om mijn polsen onder de kraan te houden. Als ik terugloop kom ik Micha tegen in de gang. Ik heb hem, los van een paar beleefde begroetingen, niet meer gesproken sinds ons desastreuze gesprek op het repetitieweekend.
“Weet je nou nog je tekst niet, Wils?” Hij zegt het grappend, en hij weet hoe hard ik heb geoefend, maar toch schiet de opmerking in het verkeerde keelgat.
“Ik ken mijn tekst prima”, zeg ik terug. “Ik had niet gerekend op een groep kwebbelende wijven in het publiek.”
“Je hoeft niet zo te doen”, zegt Micha. “Ik weet dat je een hekel aan Noura hebt, maar ze heeft jou niets misdaan.”
“Ik heb helemaal geen hékel aan Noura,” snauw ik, “ze moet gewoon niet door mijn scène heen lopen.”
Micha kijkt me aan met dezelfde blik die Elvira net had. Alsof ik mezelf vreselijk voor schut zet en gered moet worden.
“Ik snap niet wat je ermee bereikt door zo jaloers te doen”, zegt Micha met zo’n uitgemeten, arrogante stem dat ik moet lachen om de potsierlijkheid van dit alles.
“Wat lach je nou”, zegt hij, “jij bent toch degene die raar doet? Ik wil gewoon vrienden met je zijn.”
“Vrienden! Ik heb al weken niets van je gehoord”, zeg ik. “Mooie vrienden zijn we. Eerst houd je me aan het lijntje, en dan ben ik de sukkel als ik daar niet sportief genoeg mee omga. Geef nou maar toe dat je het leuk vond om al die aandacht van me te krijgen.”
“Wat maakt het uit,” zegt hij kwaad, “wat maakt het nu nog uit? Ik ben met Noura, en jij moet daar maar normaal mee omgaan.” Hij draait zich om en loopt de gymzaal in.
Ik blijf alleen achter in de gang. Ik weet dat ik gelijk heb, maar wat levert het me op? Ik ben alleen en Noura heeft Micha. Maakt het uit hoeveel gelijk je hebt als je niemand hebt om het aan te vertellen?
Meer lezen van Willleke? Dat kan hier!