PREMIUM
Dagboek van Willeke: “Micha pakt mijn hand, de muziek zwelt aan en ik zing”
De musical waarin Willeke speelt, beleeft z’n première. Micha is er ook, hij speelt de hoofdrol. Ze moeten samen een duet zingen.
Vrijdag
De nerveuze tweedeklasser van de grime begint steeds zenuwachtiger te worden. Ik zweet al voor de tweede keer door mijn make-up heen en moet opnieuw bepoederd worden. Ik kan er niets aan doen. Ook ik ben doodnerveus. In de spiegel kijken twee ogen die ik niet herken me aan, grote donkere vrouwenogen met lange plakwimpers. Als ik met mijn mond trek, fronst ook het rode poppenmondje in de spiegel. Ik ben het echt, die vreemde vrouw in de spiegel die straks het podium op moet.
Ik loop bij de make-uptafel vandaan. Het verpleegsterspakje dat ik aanheb, de baljurk die ik straks zal dragen, ze zijn precies op maat gemaakt, maar ik kan er nauwelijks in ademen, ik voel me vreselijk benauwd. Als ik om me heen kijk, lijkt iedereen meer ontspannen dan ik. Youssef met zijn plaksnor, Elvira met haar nepsigaret, ze zien er uit als echte acteurs.
Op de grond in de gang zit Micha, met zijn tekst op schoot. Hij heeft het spencertje aan dat hij in de eerste scène draagt, als hij nog een schooljongen moet voorstellen. Hij heeft een heel eigen rek met kleren die hij zal dragen als hij de grote oplichter speelt, een pilotenpak, een doktersjas, een gevangenisuniform. Ik weet nog hoe het klikte tussen ons tijdens die allereerste auditie. Dat voelt nu zo lang geleden. Er is te veel gebeurd. Als ik hem iets beter bekijk, zie ik dat hij bleek is onder zijn oranje poedermake-up.
“Hé”, zeg ik, “alles goed?”
“Zenuwachtig”, brengt hij moeizaam uit.
“Jij?!” Ik lach. Hij is de meest zelfverzekerde jongen die ik ken. Het voelt goed om samen te lachen. Iets van het ongemak tussen ons ebt weg.
“Wils, wat als ik mijn tekst vergeet? Ik heb de hoofdrol! Ik moet het perfect doen.”
“Het ging gisteren toch vlekkeloos”, zeg ik.
“Maar nu zitten er allemaal mensen in de zaal.”
“Die mensen”, praat ik mama na, “zouden zelf nooit in een musical durven spelen. Dus zelfs als we het helemaal verkeerd doen, hoeven we ons nergens voor te schamen. Bovendien zijn we gewoon heel erg goed. Toch?”
Er kan een klein glimlachje af. “Ja”, zegt hij, “onze scènes zijn echt steengoed.”
“Nou dan”, zeg ik. En voordat ik er nog langer over kan nadenken, moeten we achter het podium gaan staan, tussen de decorstukken, en gaat het echt, echt beginnen. Ik hoor geroezemoes in de zaal, waar mijn hele familie ook zit. Dan gaan de lichten uit en wordt het stil. Micha’s stem, helder en kwetsbaar, klinkt door de zaal en hij zingt het eerste nummer.
Voordat ik het weet, ben ik aan de beurt. In het donker, tijdens een grote decorwissel, kom ik op, en mijn eerste zin kan ik niet vinden in mijn hoofd. Maar zodra de spotlight op me staat begin ik moeiteloos te acteren, ik spring op, zeg mijn tekst rustig maar luid, en als ik mijn eerste grapje maak lacht de zaal nog veel harder dan ik had durven hopen.
Dan is het tijd voor het grote duet, mijn belangrijkste scène. Zoals we geoefend hebben pakt Micha mijn hand, de muziek zwelt aan en ik zing, ik haal de hoge noot, we dansen, en alles gaat vanzelf, alles gaat razendsnel en het nummer is voorbij voordat ik het weet. Even kijk ik Micha aan, hij lacht, en in die lach zit alles: wat hebben we het goed gedaan, wat is het jammer dat we ruzie hebben, maar wat hebben we hier hard voor gewerkt, en alles draait nu om deze avond, deze voorstelling. Ik lach terug en ik luister naar het publiek. Het applaus is oorverdovend.
Meer lezen van Willeke? Dat kan hier!