PREMIUMVan woongroep tot mini-commune
De voordelen van anders-dan-anders wonen
We leven steeds langer en dat is hartstikke fijn, maar het zorgt ook voor de nodige problemen. Want ondertussen worden huishoudens steeds kleiner en groeit het tekort aan woningen. Waar gaan al die mensen nu, straks en later wonen?
Iedereen met ouder wordende (groot)ouders, of wie zelf op leeftijd is, weet hoe ingewikkeld het kan zijn om voor een prettige woonsituatie te zorgen. Zelfstandig blijven wonen, met thuiszorg als ondersteuning? Intrekken bij een familielid? Of is een verpleeghuis toch de verstandigste keuze, hoe moeilijk die beslissing soms ook is? Het goede nieuws: er zijn steeds meer opties. Denk aan de gouwe ouwe aanleunwoning, waar zorg afgenomen kan worden bij een instelling terwijl het toch om een zelfstandige woonruimte gaat. Of een serviceflat, waarbij diensten als maaltijdbezorging en een klussenservice beschikbaar zijn. En wat te denken van een thuishuis; een kleinschalige woonvoorziening voor alleenstaande ouderen, ondersteund door veelal vrijwilligers? Woongroepen zijn ook weer helemaal terug van weggeweest. En dan zijn er nog de creatieve nieuwe(re) ideeën. Gebouwen waar studenten samenwonen met ouderen bijvoorbeeld. En waar een huisje in de achtertuin bouwen voor een hulpbehoevende vader of moeder voorheen iets was waar mensen van opkeken, zijn er nu zelfs bouwbedrijven gespecialiseerd in dergelijke ‘kangoeroe-woningen’.
Op zoek naar connectie
Eeuwenlang woonden de meeste mensen met hun halve familie samen. Een huis of appartement voor jezelf was de afwijkende factor. Inmiddels is dat heel anders, onder andere doordat we meer in steden zijn gaan wonen en zelfstandiger geworden. Volgens het CBS telt een gemiddeld huishouden nu zo’n 2,14 personen. Het typische bejaardenhuis, zoals dat opkwam na de Tweede Wereldoorlog, is inmiddels zeldzaam geworden. Mensen lijken weer meer op zoek te gaan naar een connectie en ondersteuning. Wél zelfstandig, maar in de buurt van anderen voor als er hulp nodig is. Onderzoek van ouderenbond ANBO laat zien dat zes op de tien ouderen het wel zien zitten, om in de toekomst in een woongroep met gelijkgestemden te wonen. Gemeenschappelijke activiteiten en privétijd wanneer je dat wil, mensen die in de gaten houden hoe het met je gaat, kortom: minder zorgen, meer rust.
Toekomstplannen
Het lastige is alleen: we kunnen dat wel massaal willen, maar het is nog niet zo gemakkelijk geregeld. Banken schrikken er nog vaak voor terug om een dergelijk project te financieren, het is lastig om een geschikte locatie te vinden, of de gemeente heeft allerlei stroperige procedures, waardoor het jaren duurt voordat het van de grond komt. Maar de regering is van plan hier iets aan te doen. Zo presenteerde minister Hugo de Jonge eind vorig jaar zijn plan voor snellere woningbouw, betere informatievoorziening, ontzorging en een fijnere leefomgeving voor ouderen. Plus: meer ruimte voor ‘alternatieve woonvormen’. Hierdoor moet het ook gemakkelijker worden om een vergunning aan te vragen voor een nieuw, zelfbedacht project. Het heeft namelijk nogal wat potentiële voordelen, zegt ook minister Conny Helder van Langdurige Zorg. “In hun eigen omgeving blijven mensen vaak actiever en kunnen ze hun eigen gewoontes aanhouden. Daardoor zijn ze vitaler en zelfstandig, maar houden ze ook zelf de regie over hun leven en welzijn.”
Op de site van de Rijksoverheid is allerlei informatie te vinden over de regelgeving rondom seniorenwoningen. De kosten, wachttijden en procedures verschillen veelal per gemeente, waarbij ook Woonzorg Nederland en MantelzorgNL kunnen ondersteunen. Ook een idee: haal inspiratie uit de verhalen van Lida, Jolanda, Ria en Mariëtte, die ‘anders dan anders’ wonen.