PREMIUM
Wraakvrouw - hoofdstuk 16: “Als ik dit nog twee keer doe, komt hij vast klaar, zo hard is hij”
Mirjam is aan het werk in het ziekenhuis als Mark op een brancard wordt binnengebracht op haar afdeling, met zijn vrouw Annemarie aan zijn zijde.
De hele nacht heb ik liggen draaien. Denkend aan Mark en dan vooral aan wat ik moet zeggen. Of hoe. Het was al 03.00 uur toen ik Second Love opende om te kijken of hij daar nog berichten voor me had achtergelaten na mijn mail aan zijn vrouw. En jawel. GVD is het enige wat er stond. Het raakt me opvallend genoeg, want ergens had ik wel een tirade verwacht, of iets anders emotioneels. Die drie letters lijken alleen een lichte zucht. Misschien is het dat ook wel, gezien het feit dat Annemarie nog steeds aan zijn bed zit nu. Was ik slechts een zuchtje wind in hun huwelijk, in plaats van een storm.
Onderweg in de auto draai ik m’n guilty pleasure: Survivor van Destiny’s Child. I’m a survivor, I’m not gon’ give up, I’m not gon’ stop, I’m gon’ work harder, I’m a survivor, I’m gonna make it, I will survive, Keep on survivin’ Ik heb besloten voor de zakelijke aanpak te gaan. Gewoon alleen mijn zorgtaken benoemen en verder geen gesprek aanknopen. En als hij mij aan zijn bed weigert, dan heeft hij pech. Het is potdomme geen hotel.
Wesley is me te stil, trouwens. Sinds het feest hebben we nog een beetje geappt, maar nog geen nieuwe afspraak. Ik heb nu zijn boxershort en een foto van zijn auto, maar ik weet nog nauwelijks iets over hem en zijn vrouw. Volgende week ben ik een paar dagen kinderloos, want Ruud neemt Rick en Roos mee naar de Ardennen, dus dan moet ik iets verzinnen. Iets romantisch, waarbij de drank vloeit, zodat Wesley wat loslippiger wordt.
“Doe maar een dubbele espresso, alsjeblieft.” Marja van de koffiecorner kijkt me vragend aan. “Nachtdienst?”
“Niet eens”, zucht ik. “Moeilijke patiënt en vijf dagen dienst.”
“Hier, pak aan.” Glimlachend legt ze een croissant bij mijn koffie. Mooi hoe we in het ziekenhuis toch altijd voor een ander willen zorgen.
Eenmaal boven check ik als eerste de status van Mark. Benauwd maar stabiel. Geen koorts.
“Wat doe je? We hebben zo de overdracht hè”, wijsneust collega Patricia. “Ja, ik kom eraan”, zeg ik. Gerustgesteld ben ik wel. We staan met genoeg mensen vandaag zo te zien en ik kan Mark met een beetje geluk wel aan een jongere collega overlaten.
“Mirjam, jij doet meneer Van Spronsen vandaag, kamer 14”, zegt teamleider Annette kordaat. “Klaplong, gisteren binnengebracht. Benauwd maar stabiel.” Kakkerdekak.
“Ik dacht dat ik vandaag de binnenkomers deed”, probeer ik nog. “Nee, jij doet kamer 14 tot en met 16, en dat is het. Ik wil geen gedoe.”
“Okeeeee”, zeg ik als een verveelde puber. Iedereen lacht. Ook Annette.
Voordat ik op de deur klop, neem ik een flinke hap lucht en recht mijn rug. ‘Lipjes getuit en borstjes vooruit’, zou Marijke Helwegen zeggen. Met Gladys Knight in mijn hoofd, I am superwoman, klop ik op de deur en stap ik zonder een antwoord af te wachten naar binnen.
“Meneer van Spronsen”, zeg ik zo koel mogelijk, “hoe gaat het vandaag?”
Mark ligt met twee kussens in zijn rug en een zuurstofmasker in het voorste bed. Annemarie is er gelukkig niet, het bezoekuur begint pas later.
Geen reactie.
“U heeft uw ontbijt laten staan zie ik. Geen trek?” Nu pas kijk ik Mark voor het eerst aan. Ik zie dat zijn blik verandert wanneer hij me ziet. Herkent hij me? In mijn witte pak met mijn haar in een knot? Even denk ik te zien dat hij schrikt. Zijn hand gaat naar het zuurstofmasker, tilt het op en met een strakke blik zegt hij: “Geen trek.” Dan kijkt hij me opnieuw aan. Ik moet een ‘hoi’ onderdrukken, want ik heb me voorgenomen om het zo professioneel mogelijk te houden.
Mark zet zijn zuurstofmasker weer op en wendt zijn hoofd van me af.
“Ik laat uw dienblad nog even staan, want het is wel belangrijk dat u iets eet. Al is het maar een beschuitje.”
“Goed”, ga ik onverstoord verder, “ik meet zo even uw bloeddruk en check de saturatie en daarna begin ik aan de verzorging. Aangezien u nog niet heeft gegeten en van zuurstof afhankelijk bent, zal douchen niet gaan. En hoe is het met de pijn? U heeft een pijnstillingspompje toch? Werkt dat voldoende?”
Mark zegt niks en knikt alleen. Hij ziet wit en heeft wallen. De grote arend uit het vogelkijkhuisje ligt hier als een uit het nest gevallen jong in bed.
Zwijgend doe ik alle metingen. Mark kijkt nog steeds van me weg. “Allemaal keurig”, zeg ik. “Heeft u nog een po nodig? Of een urinaal?” Mark zegt niks. Ik loop ondertussen naar de badcel op de kamer en maak een bakje met zeep en water. Dit moment loopt zo anders dan ik me had voorgesteld. Zou hij me nou echt niet herkennen? Of te zwak zijn om te zien wie ik ben? Of doet hij gewoon ijskoud mee? In ieder geval blijken mijn zenuwen en de bijbehorende korte nacht totaal onnodig geweest.
Met het water, een handdoek en een washand op mijn kar loop ik weer naar zijn bed. “Dan ga ik u nu even wassen”, roep ik in het luchtledige. Aankijken durf ik toch nog niet. Met een warme natte doek strijk ik langs de wangen die ik ooit gekust heb en de lippen die mij gevoeld hebben. Mark houdt zijn ogen dicht. Dit moment voelt nog intiemer dan die keer in het vogelkijkhuisje. Misschien juist wel omdat hij me niet aankijkt. Ik sla de deken terug tot zijn middel en was zijn hals, zijn schouders en zijn borst. Om zijn armen en zijn oksels te kunnen wassen, til ik zijn arm aan zijn hand omhoog. Een lichte tinteling gaat door mijn lijf. Wanneer ik naar de andere kant loop om zijn rechterkant te wassen, blijft Mark nog steeds met zijn ogen dicht liggen. Zijn onderlijf begin ik te wassen vanaf de benen naar boven, en ook knijp ik even zacht in zijn voeten, dat werkt altijd ontspannend. Zwijgend was en droog ik richting zijn kruis. Dit keer heb ik het moeilijkste voor het laatst bewaard. Ik trek zijn boxershort uit en zie dat zijn pik halfhard is. Met de washand ga ik langs zijn onderbuik naar zijn liezen en de binnenkant van zijn dijbeen. Vlug langs de ballen, waar ik het liefst ook even in zou knijpen, maar dat kan niet in mijn rol van nu. Zodra mijn washand zijn ballen raken, staat zijn pik fier overeind. Een klein druppeltje vocht kruipt uit zijn eikel. Ik veeg het af met mijn washand en druk de boel even goed droog. Als ik dit nog twee keer doe, komt hij vast klaar, zo hard is hij. Zijn eikel glimt als een kers bij Van der Valk. Zal ik? Nee. Zwijgend trek ik de boxershort weer omhoog en leg de deken tot op zijn borst.
Mark richt zijn hoofd een beetje op, pakt met zijn linkerhand het zuurstofmasker van zijn gezicht en kijkt me aan.
“Kutwijf.”
WRAAKVROUW
In Libelle’s nieuwe erotische thriller Wraakvrouw ontdekt Mirjam (46) op ontluisterende wijze dat haar man Ruud haar bedriegt. Relatietherapie mag niet meer baten en wanneer hij intrekt bij ‘die griet’ start Mirjam haar eigen zoektocht naar een lover. Gewoon voor de lekker, zegt ze tegen vriendinnen, maar in werkelijkheid maakt ze het haar missie om alle vreemdgangers die ze tegenkomt voor zich te winnen en uiteindelijk te ontmaskeren.
Iedere zaterdag om 20.00 uur lees je een nieuwe aflevering van Wraakvrouw op Libelle.nl