Dichten die ik zo mooi vind.
Nog even voor Anneke een paar favo gedichten.
De herkomst weet ik niet.
Ze zijn ons maar geleend,
de vele mooie dingen,
die lief ,vertrouwd en veilig
ons dagelijks omringen.
Het is ons maar geleend,
alles,waarvoor we sparen,
alles,wat wij beminnen,
alles, wat we waren.
Het is ons maar geleend,
Gezondheid,welvaart,leven,
en wij, wij pakken het aan
als was het ons gegeven.
Ze zijn ons maar geleend,
de vele aardse dingen.
Ons onbetwistbaar eigendom,
Dat…….. dat zijn de herinneringen.
Tyd winnen
In de oerwouden van het leven,
in de draaikolk van de ziel,
is een drang om voort te streven
naar het licht, dat soms ontviel.
De tijd is kort en met arglist
vraagt men: hoe laat is ‘t?
Vele stonden waren zwaarder
dan de draagkracht van het hart,
doch hoe ouder, hoe bedaarder
wacht men af de tijd die tart.
Komt tijd, komt raad. En voor men ‘t wist
de vraag: hoe laat is ‘t?
Zo treden er maar hooploos voort
op Gods gebaande wegen,
En moedeloos, als steeds gestoord
moeten zij het gaanpad vegen,
En d ‘ogen vol van dikke mist.
vragen zij: hoe laat is ‘t?
Er leven mensen op dees aard
met vragen en vol angsten.
Met zorg werd bijeenvergaard:
gewoonlijk zijn ‘t de bangsten
voor tijd en eeuwigheid. Men vist
en trekt aan ‘t zeel. Hoe laat is ‘t?
Zo zijn ze bang voor wat nog komt
van dag tot dag hen nader:
de tijd, die onbarmhartig gromt:
nog een wijle en ik heb u, vader,
Zijt gij bereid? Ik kom met list,
weet gij , Hoe laat is ‘t?
Wanneer de tijd dus stille staat
voor u, o mensenkind.
die ”t heil niet zoekt in Christus’ daad
en de stof alleen u bindt
Och, arme ziele van de tijd,
waarom was toch uw strijd?
Want steeds hebt gij gemist:
‘t was tijd toen gij vroegt: hoe laat is ‘t?
Geschreven door een tante van mij die in 1984 overleed en dichteres was in Belgie.
Nog een kleintje van haar, geschreven voor mijn lievelings opa,haar vader dus.
In ‘t aanschijn van de dood zag hij het licht,
waarnaar hij heel zijn leven zocht,
Zijn Heiland heeft hem ingelicht,
hem met zijn bloed gekocht.
Zo zijt gij Vader, heengegaan,
naar ‘t land voor u bereid.
De wil van Jezus werd voortaan
uw wil voor de eeuwigheid.
Ik was negen toen mijn opa stierf, en zij las dit voor in de kerk, mijn opa is heel ouderwets met vier zwarte paarden in een koets begraven,toen was het nog normaal dat de hele straat witte lakens voor de ramen hing om de dood te weren, kan daar nog veel meer over vertellen, maar laat het voorklopig hierbij.