Wensenpot
"Ik wens een nieuwe kooi voor mijn kanari Arie"
"Ik wens een appeltaart met slagroom"
"Ik wens dat ik kan intrekken bij mijn vriendin"
Zo op het eerste oog zijn bovenstaande wensen realiseerbaar. Die kooi kan je kopen. Heb je geen geld, dan kan je ervoor sparen/werken/kado vragen of de droom laten varen als je echt geen geld hebt en geen mogelijkheid ziet om het te verwerven.
De appeltaart met slagroom is bij elke supermarkt verkrijgbaar.
Tja, als die vriendin het ook wil, dan kan je op den duur intrekken bij je vriendin.
Als ik zeg dat bovenstaande wensen afkomstig zijn van gehandicapten. Hoe denk je dan over die realiseerbaarheid? Deze mensen wonen in een verzorgingshuis, hebben geen eigen inkomen of hun budget wordt beheerd door anderen, ze weten niet hoe ze aan iets kunnen komen.
Bovenstaande wensen hebben mij ontroert. Ik realiseer me des te meer hoe "lucky" ik ben: gezond en zelfstandig. Ik kan mijn eigen leven indelen. Doen wat ik wil binnen de grenzen van mijn mogelijkheden, vrij gaan en staan waar ik wil. Want die persoon die graag wil samenwonen met zijn gehandicapte vriendin mag dat niet. Regels van het tehuis. Je bent als benadeeld, maar door je nadeel wordt je ook in de liefde beperkt door regels en wetten. Stel je voor dat gehandicapten elkaar liefhebben, met elkaar vrijen. Ja, daar kunnen gehandicapte kinderen uit voortkomen en laten we dat nou niet willen in deze perfecte samenleving. De instellingen staan er niet bij stil dat gezonde mensen ook vrijen en handicapte kinderen kunnen maken. Tegenwoordig heb je toch geboorteperkingsmiddelen.
Als ik kijk naar wat ik wèl heb in mijn leven, kan ik niet anders stellen dan dat ik een rijk mens ben.